Home page Zoeken
top

Bijzondere waarnemingen → doortrekkers en wintergasten

« Terug naar 'Hoe te handelen bij bijzondere waarnemingen'

Potentiële zeldzame doortrekkers en wintergasten

[sorteer taxonomisch]
Soort Potentiële broedvogels »  Opmerkingen
Is in april 2012 in Katwijk waargenomen.
Bijna elk najaar (oktober/november) wel een of twee waarnemingen aan de kust. Doet qua houding en kleur (vrouwtje of onv.) eerder aan Paapje denken (late meldingen van Paapje zijn dus het checken waard!)
Wordt elk jaar in klein aantal waargenomen.
Nog steeds een pure dwaalgast, maar op 30 oktober 2011 een onvolwassen exemplaar in de helmduinen.
Wordt jaarlijks in de duinstreek gemeld, omdat waarnemers attent zijn op de roep van deze ’hoe verstop ik mij het beste’ vogel.
Met de uitbreiding in westelijke richting van het broedareaal neemt het aantal waarnemingen in Nederland ook toe, m.n. van jonge vogels in de nazomer en herfst. Van 3 t/m 5 september 2011 hield zo’n vogel zich op in kavel 14.
Was verspreid voorkomende broedvogel van stuifzanden, heidevelden met open plekken en open duin. In 1994 territorium in Meijendel.
Is tijdens septembertelling 2016 waargenomen. Broedgeval in 1999 in K73.
Een enkele keer aangetroffen tijdens wintertellingen in Meijendel. Deze eeuw al zes keer geringd op VRS.
Elk jaar wel enkele doortrekkers. Beide soorten (zeker de vrouwtjes en jonge vogels) kunnen worden verward met Blauwe Kiekendief (vooral de Steppen).
Duin- en Grote Pieper trekken in kleine aantallen zuidwaarts door in september (m.n. Duinpieper) en oktober (beide soorten). Een enkele landt, maar meest vliegen zij strak zuid en is onderscheid op roep noodzakelijk.
Elk jaar wel een paar in de duinstreek, maar lastig te onderscheiden van Bladkoning. Trek van Humes ligt i.h.a. later (half oktober tot half december).
Trekt elk najaar in klein aantal door over Meijendel en landt soms in open gebied (Kikkervallei); de roep is de sleutel als hij alleen overvliegend wordt waargenomen.
Wordt de laatste paar jaar elk voorjaar gemeld in Nederland, zeker ook in de duinstreek. Beste periode: april.
De meeste vogels zijn zeer waarschijnlijk ontsnapte siervogels, welke zich jaarrond in Nederland bevinden. Wilde vogels trekken in de winter naar warmer oorden.
Zie ook bij broedvogels. Jongen zwerven na de broedtijd uit en zijn dan lastig te onderscheiden van jonge Grote Bonte Specht.
Invasiegast; geen moeilijke soort.
Elk jaar (augustus/september) wel enkele doortrekkers in Meijendel.
Is in 1983 in Den Haag waargenomen.
Beide duikersoorten worden weinig gezien in Meijendel. In winterkleed kan Roodkeelduiker een enigszins geparelde rug hebben.
Is tijdens tweetal wintertellingen in 2016 en 2017 gezien in Meijendel.
Op doortrek passeert een groot aantal Roodkeelduikers onze kust, op weg naar nog zuidelijker gebieden. Bovendien blijft een flink aantal voor de Nederlandse kust overwinteren.
Elk jaar wel enkele doortrekkers langs de kust, die zich verraadt door de langgerekte trekroep.
Wordt vrijwel jaarlijks gemeld aan de kust (enkelingen).
Vooral bij aanhoudende oostenwind meer doortrekkers in Nederland, en dan vooral aan de kust.
Wordt de laatste jaren in toenemende mate op trek langs de kust gemeld, vooral in april en mei.
Elk jaar wel een paar doortrekkers en vaak onvolwassen vogels.
Met de toenemende populatie in Nederland stijgt de kans op een doortrekker in Meijendel. Op 21 mei 1999 vloog er 1 over kavel 73, die ook neerstreek en in augustus en september 2006 1 langdurig in Meijendel.
Idem, maar op uiterlijk van IJsgors te onderscheiden.
Jaarlijks in sterk wisselend aantal aanwezig van half augustus t/m half oktober. Het jaar 2010 liet zelfs een invasie zien. Wordt jaarlijks op de ringbaan gevangen. Verborgen gedrag, maar verraadt zich door de roep.
Met de uitbreiding van het Europese broedareaal neemt het aantal waarnemingen van in voorjaar en najaar doortrekkende Steppekiekendieven in Nederland de laatste jaren sterk toe.
Wordt jaarlijks waargenomen, vooral in Noord-Nederland (Waddeneilanden). Deze vogels zijn waarschijnlijk afkomstig uit Scandinavië. Let op! De verschillen met de 'reguliere Boomkruiper zijn klein!
Wordt tegenwoordig bijna jaarlijks gemeld in Nederland. Moeilijk te onderscheiden van Gierzwaluw, maar zeker late doortrekkers (vanaf eind september tot in November) verdienen extra aandacht!
Vrijwel elk jaar overwinteren er 1 of 2 in Meijendel, voor het laatst in 2013 en 2015.
Trekt vroeg weg uit de oost Europese broedgebieden en wordt vooral in juli en augustus in Nederland (m.n. de kust) in kleine aantallen waargenomen (meestal enkele per jaar).
Valstrik is dat er landelijk meer hybriden (met Tafel- of Kuifeend) worden gemeld dan zuivere. Van 2004 t/m 2010 jaarlijks (augustus t/m oktober) een Witoog- x Tafeleend in Meijendel.
Is tijdens wintertellingen gezien in Meijendel, één keer in 2016 en één keer in 2017.